Mok is een verzamelnaam voor verschillende vormen van huidirritaties aan de onderbenen van een paard. De meest bekende is wel die in de kootholte (het gebied net boven de hoef aan de achterzijde van het been). Mok kan erg hardnekkig zijn en de eigenaar soms tot wanhoop drijven, mede omdat mok bij een aantal paarden telkens weer terugkomt.
Meestal zie je de problemen in de nazomer en in de herfst, maar sommige hebben er het hele jaar door last van. Sommige rassen hebben vaker mok dan andere. Bekend zijn de problemen bij de Friezen en de Tinkers. Mok is niet besmettelijk voor andere paarden. Er zijn heel veel therapieën voor mok en dat geeft wel aan hoe divers de oorzaken kunnen zijn. Mok is een zogenaamde multifactoriële ziekte. Dat wil zeggen dat er vele oorzaken kunnen zijn welke vaak ook gecombineerd voorkomen. Invloeden van buitenaf (o.a. zand en modder, vuil, diarree, teveel en te grondig wassen, insektenbeten) met als gevolg beschadiging van de huid. Dit vormt vaak het begin van meer ellende. Doordat het huidgebied waarin de aandoening aangrijpt bij ieder beweging van het paard mee beweegt, zal herstel van de beschadiging minder snel verlopen dan op plaatsen waar de huid weinig beweegt. Ander nadeel van de locatie van het probleem is dat het zo dicht bij de grond is. Zomermok ontstaat waarschijnlijk door een combinatie van irriterende en/of ‘giftige’ stoffen in het gras en teveel zonlicht in de zomer. Bacteriële infecties kunnen de zaak verergeren. Ze kunnen immers makkelijk een voedingsbodem vinden en kunnen dan nog meer problemen veroorzaken. Zonnebrand (bij witte huid). Schimmelinfecties. Schurftmijten: met name de Chorioptesmijten (zie foto onder) komen veel voor bij de Fries en nestelen zich bij voorkeur in de warme, vochtige omgeving van de kootholte.
Symptomen kunnen zijn roodheid, schilfers, korstjes en soms kloven in de kootholte. Dit kan een broedplaats voor allerlei ziekteverwekkers (bacteriën, schimmels, mijten) zijn. De huid is in een aantal gevallen sterk verdikt. Soms is er sprake van vochtig eczeem. Jeuk uit zich vaak in stampen met het been of het langs elkaar schuren van de achterbenen. Vaak is dat een aanwijzing voor mijten. Bij kreupelheid is soms het gehele onderbeen of gehele been dikker. Men spreekt dan van Einschuss: de lymfebanen gaan ontsteken, het been wordt van onderaf dik, warm en pijnlijk en het paard krijgt koorts. Als er veel oorzaken zijn, zijn er dus ook vele behandeling mogelijk. Wanneer je op internet naar een therapie voor mok zoekt kom je tientallen middeltjes tegen, variërend van van homeopathische tabletjes tot zwavel, knoflook of allerlei kruiden, van wassen met biotex tot zware antibioticumzalven, van iedere dag schoonmaken, korsten verwijderen tot vooral overal van afblijven. Dit geeft wel aan hoe lastig een behandeling kan zijn. Wat het beste helpt is moeilijk te zeggen: dat verschilt van paard tot paard. Het is in ieder geval belangrijk een oorzaak voor de mok vast te stellen. De behandeling moet immers daarop zijn gericht. De dierenarts kan een huidafkrabsel maken om bijvoorbeeld mijten of schimmels op te sporen. Verder kan er gericht advies gegeven worden om mok te voorkomen en indien nodig kan er antibiotica worden voorgeschreven, een huidverzorgende zalf worden toegepast of een anti-schurftmiddel wordeen gebruikt.