Koliek is eigenlijk een symptomencomplex en geen op zichzelf staande ziekte. De symptomen horen bij pijn in de buik. De dingen die waar te nemen zijn bij koliek variëren nogal in ernst. Bij weinig opvallende symptomen is meestal de oorzaak minder ernstig, terwijl er bij hele heftige aanvallen vaak een serieus probleem in de buik bestaat. Bedenk*altijd, dat leeftijd en ras invloed hebben op de uiterlijke verschijnselen. Bij een arabisch volbloedveulentje lijkt het soms of er geen redden meer aan is, terwijl een eenvoudig spuitje tegen buikkramp alle problemen oplost! Een volwassen trekpaard of een Fries die wat staan te krabben moeten als serieuze koliekpatiënten onderzocht worden. Bij dat soort ‘kouwe kikkers’ kan allerlei ellende gevonden worden, ook bij onschuldige symptomen.
Bijna altijd is de eetlust bij koliek verdwenen, maar bij slepende verstoppingskolieken zullen paarden soms toch nog voer willen opnemen. Bij (meestal) minder ernstige vormen van koliek ziet men het typische flemen (bovenlip optrekken), zoals hengsten dit laten zien voor het dekken. Klaarblijkelijk is dit gedrag bij koliek een teken van zich ongemakkelijk voelen. Ook kijkt een koliekpaard vaak om naar zijn buik, alsof het dier denkt ‘wat heb ik daar nu aan mijn fiets hangen’. Meestal blijft het hierbij in onschuldige gevallen. Het kan ook een beginstadium zijn van meer serieuze koliekuitingen zoals rollen. Een misleidend symptoom is de gestrekte stand waarin paarden soms gaan staan. Zeker bij ruinen of hengsten lijkt het net of zo’n dier niet kan plassen. Blaaskoliek komt echter zeer zelden voor, bijna altijd betreft het hier een darmverstopping. Doordat een verstopte lus in de dikke darm in het bekken komt te liggen, gaat het paard hierop staan persen, wat erg kan lijken op een poging tot urineren. Zweten ziet men soms wel, soms niet. Bij ernstige gevallen treedt zweten altijd op, maar soms is zweten afhankelijk van de omgevingstemperatuur, de (winter!)vacht en het temperament. Vaak is de ademhaling versneld, maar je kunt hieruit slecht afleiden of de koliekoorzaak meer of minder ernstig is. Darmgeluiden zijn soms duidelijk hoorbaar, ook zonder stethoscoop. Als er nog geborrel te horen is, is de darmperistaltiek (darmbewegingen) per definitie nog aanwezig, wat normaal als een gunstig teken kan worden beschouwd. Bij gaskoliek kan de buikomvang toenemen door opgehoopt gas in de darmen. De eigenaar zal de dierenarts moeten hierbij helpen, is het paard dikker dan anders? De productie van gas (winden laten) en mest kan toegenomen zijn en de patiënt staat ‘met de staart van huis’. Een dierenarts wil hierover graag informatie krijgen. Over het algemeen is een verhoogde gas- en mestproductie gunstig, met de achtergrondgedachte dat de darmen (nog) niet stil liggen. Ook de aard van de mest geeft informatie: diarree duidt bijvoorbeeld op zandkoliek, erge droge mestballen bij stroverstoppingen geven vaak een probleem in de dikke darm aan. Vaak is er sprake van bewegingsdrang. Dit varieert van een beetje schrapen met een voorvoet tot slaan met de benen of zelfs zich plotseling laten vallen, rollen en weer in de benen springen. Ook zijn er paarden die in een bepaalde houding (op de rug) blijven liggen om de pijnlijke plek in de buik te ontlasten. Soms, als een koliekpatiënt er heel ernstig aan toe is en het einde niet lang meer op zich laat wachten (zoals bijvoorbeeld bij een gescheurde maag), kan de bewegingsdrang helemaal verdwenen zijn. Het paard is dan volledig apathisch en de pijnprikkels worden niet meer waargenomen.
Als laatste een zeldzaam symptoom, maar wel erg belangrijk om nog te noemen: paarden die gas of soms zelfs groenige maaginhoud (zichtbaar in de neusgaten) opboeren! Een zeer ernstig beeld, aangezien een paard normaal gesproken niet kan boeren of braken. Dit heeft te maken met de krachtige spier-overgang tussen slokdarm en maag. Ook de scherpe hoek tussen slokdarm en maag maakt braken bijna onmogelijk. Als dit toch optreedt, betekent dit een overvolle maag, die praktisch op scheuren staat met onherroepelijk de dood tot gevolg! Hierbij is dus directe hulp van een dierenarts nodig. Die zal met behulp van een maagsonde de gespannen maag ontlasten. Koliek blijft toch een ‘spannend’ ziektebeeld. Eigenlijk kan men op de (aard van de) symptomen nooit een zekere diagnose stellen. Zeker indien er heftige verschijnselen bestaan, moet uiteraard direct een dierenarts ingeschakeld worden. Toch kan een eigenaar bij minder ernstige uitingsvormen als wat schrapen, licht zweten en dergelijke best zelf een eerste poging wagen het koliekpaard te ‘behandelen’. Deze behandeling bestaat uit eenvoudig wat beweging geven. Dit kan stappen aan de hand zijn, maar misschien is vijf tot tien minuten laten draven aan de longe nog wel beter. Heel veel koliekgevallen hebben namelijk als achtergrond een gas- en/of mestophoping. Door de beweging komt dit los en zal de patiënt genezen. Vanzelfsprekend moet het paard die dag/nacht goed in de gaten gehouden worden en mag er geen voer worden verstrekt. Een standplaats in een krullenbox of een paddock met zand is ideaal. (Natuurlijk moet wel drinkwater ter beschikking worden gesteld!) Indien geen verbetering optreedt, moet de eigenaar niet eindeloos doorgaan met het geven van beweging. Ook al is de oorzaak niet altijd ernstig, toch is een deskundig dierenarts nodig om onderzoek te doen en daarna een behandeling in te stellen.
Tijdens het wachten op de dierenarts is het verstandig om wat aan de hand te stappen met de patiënt. Bij heftige koliekaanvallen is dit niet mogelijk. In zo’n geval laat u het paard gewoon liggen of rollen, liefst in een grote box of in de paddock. Heel veel misverstanden bestaan nog steeds over koliekpaarden die liggen te rollen. In tegenstelling tot wat nog veel gedacht wordt, kan dit de zaak niet verergeren. Een paard krijgt geen slag in de darm door te rollen, maar kan natuurlijk al wel een darmverdraaiing hebben, die ervoor zorgt dat het dier (ernstige) koliek heeft met als symptoom zich plotseling laten vallen en rollen. De eigenaar mag het paard best in de benen jagen en wat rondstappen, maar indien dit met zachte dwang niet lukt, hoeft het dier niet overeind geslagen te worden. Zelf dokteren met wonderolie of bepaalde homeopathische druppels hebben geen zin. De diergeneeskundige zorg moet komen van de dierenarts.
Mogelijke symptomen op een rijtje: eetlust verdwijnt, flemen, naar de buik kijken, gestrekte stand, zweten, toename buikomvang (gaskoliek), toe- (of juist) afname productie gas en mest, bewegingsdrang (van voetje schrapen, slaan tot heftig rollen), in één houding blijven liggen (vaak op de rug), opboeren gas of groenige maaginhoud (zichtbaar in de neus), apathisch (in vaak terminale gevallen).
Wat kun je doen voor de dierenarts komt? Beweging geven (liefst 5 tot 10 minuten stappen of draven aan de longe), tijdens het wachten rustig aan de hand stappen, bij heftige koliek paard laten liggen of rollen (liefst in grote box of paddock).
Paarden met koliek kunnen we dus na ons klinisch onderzoek in de meeste gevallen zelf behandelen, maar als er sprake is van b.v. een liggingsverandering van de darmen ,dan zullen we uw paard doorsturen naar een kliniek (zie onderstaande websites) voor uitgebreider onderzoek of een eventuele chirurgische oplossing.